Crossmedia centraal op het Nationale Uitgeverscongres

uitgeverscongres.jpg
Een uitstekend blad of krant met waardeloze website, of andersom, kan nog heel goed. Crossmedia is helemaal niet noodzakelijk.

Dat zei Matt Heffels, schrijver en bladenmaker afgelopen week tijdens het 9de Nationaal Uitgeverscongres in het Tropeninstituut in Amsterdam. Is hij de enige die de term doet verbleken en luidde hij een nieuwe trend in richting het einde van een betekenisloze term?

Heffels verklaarde de trem crossmedia vanuit zijn verleden als hoofdredacteur van een paar computerbladen: ‘Ook al in die begintijd van computerbladen maakten we crossmediale uitgaven, flppies of later Cd’s bijvoegen is gewoon crossmediaal denken. Niets is vandaag de dag echt anders. Zelfs het chatten van vandaag had al een voorgang in de vorm van bulletin boards.’

Volgens Heffels kunnen monomediale uitingen nog steeds heel goed hun werk doen. Ook in de tijdschriften wereld zijn er bladen te vinden zonder goede website, zoals Happinez en Linda. De websites doen vrijwel niets aan media kruisbestuiving, maar de titels doen het als bladen heel goed.

Ook het ‘crossmedia’ uitgangspunt van de nieuwe krant Dag vindt Heffels te theoretisch. Volgens hem laten consumenten zich niet zo gemakkelijk verleiden tot slechts één bron met verschillende mediakanalen.

Veranderende rol van adverteerders
Uitgevers laten zich volgens Heffels te gemakkelijk de les lezen door adverteerders, deze lijken de uitgevers onder druk te zetten door de rol van nieuwe mediakanalen in het advertentiedomein.

Op planet.nl zegt hij: “Wij tijdschriftmakers vinden een doelgroep waar adverteerders naar op zoek zijn. Wij bepalen dus ook waar de advertenties staan. Dat is voor alle media altijd zo geweest.” Of hij daarin gelijk heeft, valt nog maar te bezien. Het shared-revenue’ model ontwaakt weliswaar langzaam, maar zet adverteerders en uitgevers wel in een andere positie ten opzichte van elkaar.

Marian Zwagerman, bij De Telegraaf verantwoordelijk voor alles wat op beeldschermen plaatsvindt, gaf hem deels gelijk: “Je moet de regie ook niet bij adverteerders leggen. Neem Life & Cooking op televisie. Dat vindt een bepaalde doelgroep een interessant programma. Maar op internet maakt Unilever de dienst uit op de site voor Life & Cooking en die site is saai.”

En ze relativeerde ook: “Crossmediaal is niet altijd de oplossing. Maar wij willen wel de uitvinder zijn van crossmedia programma’s, waar dat logisch is voor de consument en niet vanwege de journalist. We geloven wel in de journalist als verhalenverteller. En daardoor zouden we als eerste op het goede spoor kunnen zitten met crossmedia.” Journalisten zullen dat maar ten dele met haar eens zijn. Met de consument als nieuwe concurrent zal de journalst zelf ook veel crossmedialer gaan optreden. Snelheid van distributie is het nieuwe onderscheidende vermogen.

Toch sprak Zwagerman toch van ‘redactionele onafhankelijkheid’ als noodzakelijke voorwaarde voor de productie en verslaggeving van redactionele content. Ze sprak ook van ‘voorheen adverteerders’ die nu contentpartners worden. Dat past allemaal in de nieuwe concepten die De Telegraaf exploreert met Telegraaf Exploratie.

Toch klaagde ze over diezelfde adverteerders: “De voorsprong die Nederland had zijn we aan het kwijtraken doordat adverteerders het helemaal laten liggen, zoals video op het web dat ze slecht invullen.”

Overigens heeft Telegraaf Media Groep ook andere sporten op het oog voor feel-good evenementen waar producties voor krant, web en tv in combinatie geproduceerd kunnen worden met de eigen productiebedrijven die Telegraaf in huis heeft.

Prijs voor Bright-uitgever
Hessels gaf overigens ook een verkeerd voorbeeld met tech- en lifestyle tijdschrift Bright. Deze titel scoorde in de eerste editie van een hightech evenement al duizend bezoekers dankzij het blad van een oplage van 25.000. Kneppers, in de zaal, zei dat crossmedia en monomedia gebruik door consumenten elkaar niet uitsluiten. Zo heeft zijn site 250.000 bezoekers, en haalt het blad toch (maar) 25.000 abonnees. De één bezoekt beide media, de ander heeft genoeg aan print of site. Kneppers vindt dat print toebehoort aan menig crossmediaal format.

Kneppers werd tijdens het uitgeverscongres uitgeroepen tot winnaar van de Dolf van den Brinkprijs 2007. Deze bekroont vernieuwende uitgevers met een beeldje en 5.000 euro, te besteden aan een vernieuwend media initiatief. Met Bright Magazine, Bright.nl, BrightLive & Bright.TV had Kneppers het volgens de jury in crossmedia uitstekend gedaan.