Dutch Media Professionals: in 8 maanden 3900 ‘leden’

zie ook bij Marketingfacts.

‘Verenigingdenken 2.0’ begint met het sociale netwerk LinkedIn. Nog geen 8 maanden geleden richtte Jeroen Jonker Roelants door een paar muisklikken op LinkedIn de groep ‘Dutch Media Professionals’ op. En dat het een sneeuwbal effect.

Interview Jeroen Jonker Roelants (DutchMediaProfessionals) from mfredactie on Vimeo.

dutchmp1.pngHet is geen brancheorganisatie en zelfs geen vereniging, maar op de eerste bijeenkomst, georganiseerd door de initiatiefnemer in samenwerking met een aantal vrijwilligers en groot een aantal sponsors, was de saamhorigheid groot. Zo een 350 professionals uit alle gelederen van de media sector kwamen op woensdag 19 november bijeen in de Rode Hoed in Amsterdam.
De sponsorgelden waren kennelijk ruim voldoende om Rick Nieman van RTL Nieuws als moderator te laten optreden. Centraal stond het thema ‘nieuws’. Met name de vragen ‘wie bepaalt het nieuws’ en ‘wie betaalt het nieuws’. Het programma was inhoudelijk crossmediaal opgezet, zowel print, web als radio/televisie kwamen aan de orde.

De eerste talkshow was vooral prikkelend bedoeld om het publiek in de juiste stemming te brengen. BN’er Peter R. de Vries – nieuwsman van het jaar – ‘nam het op’ tegen Gerard Dielessen (directeur NOS). Dielessen zei onder andere dat de NOS inmiddels crossmediaal nieuws maakt met maar liefst 400 man, maar dat zij zeker geen 24/7 cultuur heeft, waardoor extreem actueel nieuws tot op de minuut bij de NOS niet het uitgangspunt is. Ook niet voor slechts een paar man uit die hele ploeg. Dat prikkelde de Vries wel door op te merken dat die houding de NOS plaatst in een nieuwsbrenger met veel te weinig focus. Zou de Vries dan wel voor de NOS kunnen werken? Volgens hem zelf wel, als hij maar zijn eigen gang zou kunnen blijven gaan. Dielessen antwoordde: ‘Wij kijken met ons nieuws niet door een specifieke bril, dat kon ik vroeger bij NOVA wel doen, dat is en programma dat niet een compleet maatschappelijk relevant overzicht hoeft te geven, het Journaal wel’. De Vries is het goed in het marketen van ‘zijn’ nieuws, alhoewel hij zelf vindt dat hij gewoon zijn werk doet. Naar zijn zeggen brengt hij inhoud dat mensen waarderen. De Puttense moordzaak kwam ruim 40 keer op televisie, maar vooral ook omdat de Vries dat zelf graag wilde. Op de vraag wat hij over 5 jaar doet, antwoordde hij: ‘Dan doe ik geen televisie meer, dan doe ik wat anders’, wat dat zou kunnen zijn, liet hij in het midden. Dielessen: ‘Tja, wij blijven het journaal dan nog zeker maken, maar nog meer crossmediaal en nog interactiever’.

dutchmp2.pngDe keynote kwam van Almar Latour, managing editor van Wall Street Journal online, een Nederlander van origine. Eén van de weinige on-line kranten waarvoor betaald moet worden, 100 dollar voor een jaarabonnement. Met 1 miljoen abonnees tegenover 2 miljoen abonnees voor de papieren krant is het inkomensplaatje voor de vaste lezers wel duidelijk. Latour zei echter weinig over de verhoudingen van advertentie inkomsten tussen beide kanalen. Een deel van WSJ on-line is echter wel gratis, maar dat trekt volgens Latour een ander publiek, het betaalde deel is vooral voor financieel-economische geïnteresseerden. De kredietcrisis bracht het aantal bezoekers op 20 miljoen per maand. Onlangs werd nog geopperd om de hele site gratis open te zetten, omdat men van mening was dat zulke hoge bezoekers aantallen meer adverteerders zou trekken. Kennelijk blijkt dat niet zo te zijn, want WSJ online blijft vasthouden aan 100 miljoen dollar inkomsten, puur verkregen uit de abonnementen. Het gratis deel is vriendelijker dan voorheen, pop-ups met daarin medlingen ‘u heeft geen toegang tot dit nieuws, omdat u geen abonnement heeft’ komen niet meer voor. Een meer vriendelijke benadering moet bezoekers van de gratis site overhalen naar de betaalde site. De crossmediale ambities op WSJ online worden ingevuld oor maar liefst 80 journalisten, die met allerhande audiovisuele apparatuur de straat op worden gestuurd.

In de tweede talkshow kwamen Barbara van Beukering – hoofdredacteur Parool – en Bart Brouwers – hoofdrecteur Sp!ts – aan het woord. Vooral hier de vraag wie er bepaalt en betaalt. Beukering was duidelijk over de grenzen tussen verkoop van advertenties en de redactionele formule, maar Brouwers liet er geen gras over groeien dat commerciële content ook gewoon als verkochte dienst zodanig kon worden geplaatst alsof het redactionele inhoud was. Hij voegde er wel aan toe dat de inhoud journalistiek relevant moest zijn, maar eg overtuigend klonk dat niet. Beukering gaf commentaar: ‘In zulke stukken kan nooit iets negatiefs worden geschreven, hetgeen dus niet strookt met journalistieke relevantie’. Een beetje houterig verzette Brouwers zich door te stellen dat uitgevers meer dan voorheen in staat moeten zijn om gevestigde wetten tussen sales en redactie te doorbreken.
Ook ging Nieman nog in op de derde bron van inkomsten van inmiddels veel Nederlandse kranten: on-line winkels. Barbara haakt daar op in door te stellen dat zij met de signatuur die ze hebben en hun lezers profielen best zaken kunnen aanbieden die in het verlengde liggen van de levensstijl die bij haar lezers past. Kennelijk past wijn daarbij, welke on-line via de site van het Parool is te bestellen. Nieman merkte scherp op dat hij het nog niet heeft meegemaakt dat hij een krant bij een slijter kon kopen. Tot slot werd afwijzend gereageerd op de suggestie dat het rijk kranten zou moeten helpen die in zwaar weer verkeren. Brouwers: ‘Dat geld komt dan alleen maar terecht bij de aandeelhouders, waardoor de druk op nog meer resultaat alleen maar toeneemt’. Dat uitgever en hoofdredacteur één functie zouden kunnen worden, waren de meningen unaniem, echter wel met behoud van een commercieel directeur voor de advertentieverkoop. Pieter Boertjes van de Volkskrant, in het publiek aanwezig, merkte wel op dat gratis kranten hun journalisteke integriteit verliezen door content te laten bepalen door betalende partijen, waarop Brouwers reageerde: ‘Ach, lezers pikken nu eenmaal meer van gratis kranten’.

dutchmp3.pngIn de laatste talkshow kwamen uitgever Joris van Lierop van nu.nl en Michiel Bicker Caarten – oprichter BNR nieuwsradio – aan het woord. Nu.nl is de enige nieuwsbron, die zich alleen richt op on-line. Het nieuws wordt zeer compact aangeboden, korte inleiding, kort verhaal en meestal een foto. Met zo een 100.000 bezoekers per dag mag nu.nl zich een succesvolle nieuwssite noemen. Nujij.nl is een variant waarbij burgers het nieuws bepalen. Michiel Bicker Caarten verzette zich tegen de ‘vergratising’ van nieuws, door te stellen dat geenstijl.nl de Vrij Nederland van deze moderne tijd is geworden. Er werden een aantal voorbeelden genoemd waarbij de ‘burger journalist’ niet alleen het nieuws bepaalde, maar ook de rangschikking kon laten beïnvloeden door de lezers, zoals bij reddit.com. Ook CNN rangschikt burgercontent via iReport, de redactie controleert de inhoud en zet het dan op CNN. Op de vraag wie nu de waakhond is van de democratie, kwam geen duidelijk antwoord. Dat nieuws door professionals gefilterd moet blijven worden, werd door de meerderheid wel gedragen. Moe van de bagger, het wordt weer tijd voor opinie leiders, riool versus selectie en meer van dat soort uitspraken, leken het slot te vormen, welke door Erik Kessels (van KesselsKramer) werd ingeluid. Het middagprogramma werd afgesloten door het alleraardigste crossmediale voorbeeld van NRC.Next, waarin de verkiezingsuitslag van de Amerikaanse verkiezingen op de dag dat de krant uitkwam nog niet bekend was. Een open stuk, waarin een foto geplakt kon worden van de winnaar kon vanaf het web werden gehaald op het moment dat de winnaar bekend was.

De organisatie van de eerste bijeenkomst van Dutch Media Professionals kan terugkijken op een zeer succesvolle middag. Of dit initiatief opvolging krijgt hangt van vele factoren af. De behoefte aan brancheorganisatie en/of strikt geregelde verengingen is niet meer van deze tijd, maar voor dit soort events is wel een onderliggende businessmodel nodig. Vandaag was alles gratis, maar zal dat de volgende keer ook nog kunnen? We wachten af.