Graficus over arbeidsmarkt, prijsdumpen, innovatie, overcapaciteit en automatisering

Voller kon de redactie van Graficus de editie van mei 2011 niet krijgen. Een opfleurend voorjaarsnummer werd het – op een enkel meer technisch artikel na – niet. Gasthoofdredacteuren waren Anne Jan de Graaf en Bernard van Ieren, beiden van FNV KIEM. De inhoud kan naadloos worden ingebracht op de tweede GEA bijeenkomst deze week over de toekomst van de grafische branche.

• Inhoud inspiratie voor GEA bijeenkomst deze week?

Of we er met deze inhoud dan ‘wel uit zullen’ komen, is nog maar zeer de vraag. Anne Jan de Graaf riep in zijn voorwoord op de grafische branche deel uit te laten maken van de ‘creatieve industrie’. Vervolgens vraagt hij ook naar iemand die die handschoen dan oppakt. Die nog steeds ongelukkige en zelfs bijna zichzelf tegensprekende term is ooit binnen Economische Zaken bedacht. Even wat cijfers. De toegevoegde waarde van de Nederlandse creatieve industrie wordt geschat op ruim € 7,1 miljard. Dat is bijna 2% van het BBP. De jaarlijkse export is circa 7 miljard dollar, wat neerkomt op ongeveer 1,7% van de totale Nederlandse export. De werkgelegenheid in de creatieve industrie bedroeg in 2010 ongeveer 110.000 banen. Dat is minder dan 1% van de totale werkgelegenheid van Nederland.

Of de grafische branche dan binnen deze kaders moet vallen, is wat mij betreft eigenlijk geen vraag, maar gewoon een feit. Natuurlijk kan je alle definities van ‘creatief’ gaan bestuderen en zelfs het boek van Richard Florida gaan raadplegen, maar feit is dat een isolements positie voor puur de grafische branche geen enkele oplossing biedt voor de – wellicht nog geen eens goed geformuleerde – uitdagingen.

Als je de verschillende artikelen binnen de fraai vormgegeven mei editie dan leest, dan bekruipt me ondanks de oproep van de Graaf, toch wel het gevoel alsof ‘men’ het zelf wel wil en ook kan oplossen. Het artikel ‘GOC signaleert personeelproblemen – tekort aan vakmensen’ gaat mijns inziens voorbij aan het feit dat drukken van vandaag niet meer het vak is , zoals dat thans nog op menig opleiding wordt gedoceerd. Dat ‘drukken’ door jongeren niet meer wordt gezien als ‘sexy’ is logisch, anders wordt het als drukken printen wordt genoemd, waarbij hypermoderne printstraten centraal staan. Natuurlijk kunnen bestaande opleiders deze apparaten niet jaarlijks vernieuwen om up-to-date opleidingen aan te kunnen bieden, omdat juist die technologie enorm snel innoveert. En dat brengt koper en verkoper dichterbij elkaar: opleiden op maat, hetgeen voorbij gaat aan de reguliere opleiders in het grafimedia landschap. Erg? Helemaal niet, maar open je ogen wel voor het feit dat opleidingen steeds vaker elders worden gegeven, dat het gebrek aan vakkennis en vakmensen dus wel meevalt, maar je ziet die ontwikkeling niet meer als een gebundelde reeks feiten gepresenteerd, mede veroorzaakt door het feit dat printen ook niet het exclusieve domein is van de grafische branche. Voorbeeld van de versnippering van een innoverend vakgebied buiten de nog altijd exclusieve kaders van de grafische branche.

Het ‘Rondetafel’ gesprek over ‘Overcapaciteit en overleven’ levert op één uitzondering na vooral een optekening op van ‘zakendoen 1.0’ met dito soundbytes. Het voorbeeld van Carin Wormsbecher met ‘1miljoenboeken.nl‘ komt in het artikel helaas nauwelijks aan bod, maar laat juist wel een stukje ‘ondernemen 2.0’ zien. Natuurlijk valt je oog dan op uitspraken als ‘Jan Douwe Pesman: Handelsdrukwerk zal wel allemaal naar digitaal gaan’. ‘Naar digitaal?’, waar is dat dan, we doen net of we daar zelf niet bijhoren! Of dan de uitspraak van Michael Rodijk ‘Bij grotere bedrijven kunnen ad-hoc opdrachten minder snel opgepakt worden’. Ga je met die uitspraak werkelijk overleven? Het artikel ademt een neergeslagen sfeer uit, welke geen recht doet aan het feit dat de grafische branche de afgelopen 10 jaar enorme innovaties heeft doorgevoerd. Ja, zelf gewenste – ik zet dit statement regelmatig neer – innovaties, zoals cPDF workflow automatisering, digital printing, ISO normeringen, enorme ontwikkeling op het gebeid van management informatie systemen en dito kopppelingen met productie omgevingen. Ja, dat kost mensen hun baan en ja, daarmee worden bedrijven die niet mee doen, uiteindelijk gesloten. Maar dat schrijft niemand en ook geen woord over het feit dat het totaalvolume print- en drukwerk nauwelijks is afgenomen. De branche doet het juist goed, innoveert enorm en kan hetzelfde volume produceren met tientallen procenten minder bedrijven en dito medewerkers.

Dat zou inderdaad nog wat versneld kunnen worden als hopeloze bedrijven niet zomaar door kunnen starten en de schulden achter zich kunnen laten. Hans Schoolenberg zette een half jaar geleden het initiatief  ‘Niet Zonder Ons‘ op, naar aanleiding van de teloorgang van de Thieme groep. Bescherming van crediteuren staat voorop bij zijn initiatief. Terecht dat ongestraft doorstarten ter discussie staat. Maar ja, wat start er uiteindelijk door? Vaak niet innovatieve bedrijven, want echt innovatieve bedrijven blijven doorgaans vaker uit de gevarenzone van een dreigend faillissement. Tja, dan start er dus een lokaal drukkertje door met verouderde spullen en dito markt. Vervelend voor die andere drukker uit de straat, die in de eerste 24 uur meteen al contact probeert op te nemen met de ‘achtergebleven’ klanten. Hans heeft gelijk, er blijven teveel partijen achter met de lasten, vooral leveranciers. Maar diezelfde groep is vaak ook te gemakkelijk met blijven leveren tegen onwaarschijnlijk aantrekkelijke condities en willen zelfs na een doorstart vaak gewoon opnieuw leveren, om langs die weg dan nog iets van het openstaande bedrag binnen te halen. Natuurlijk hebben faillissementen zoals die van Thieme een enorme impact op grote schuldeisers en natuurlijk moeten dan de verantwoordelijke directieleden en aandeelhouders hard worden aangepakt. Lees het ‘Dossier Thieme‘ maar eens van Ed Boogaart en Leon van Velzen. Ja, dan krijg je een aardig beeld over de betekenis van het woord faillissement. Saneren moet, is uiteindelijk goed voor de branche en dus ‘doorstarts’ alleen toestaan bij overname door andere partijen inclusief alle schulden. ‘Dus niets tegen doorstarten’, zegt ook Hans Schoolenberg, maar dan wel met een gepaste oplossing voor de schuldeisers.

Veel vrolijker werd ik – wederom – niet van al die artikelen. Doorbladerend kom ik terecht bij iets als ‘Proactiviteit leidt tot meer rendement’. of ‘Anticiperen essentieel bij innoveren’. Pffff, wat een soundbytes. Dat soort verhalen kunnen al die ondernemers wel dromen, inclusief alle steun die zij van de overheid kunnen krijgen van Senter Novum en Syntens. Termen als innovatie en samenwerken komen je je neus uit, ophouden met die onzin, als je als ondernemer nu nog niet weet, waar de innovatie zit in de mediabranche – en ja, dus in de volle breedte – dan moet je gewoon stoppen. Al die pogingen om nu nog bedrijfjes 1.0 te tillen naar 2.0 gaat niet lukken met geld, het is de mentalitiet die ontbreekt om te leren leven met het feit dat media ontwikkelingen de eis stellen dat je niet tien maar een paar honderd parameters ziet veranderen in je omgeving en dat je daar dag-in-dag-uit op moet inspelen. Einde verhaal.

Ja, en dan tot slot nog wat losse flodders over JDF, de ‘comfortabele CAO’ en precies 22 knelpunten in de communicatie tussen drukkers en afwerkers. Nou, dat was het dan. Nee, blij werd ik dus niet van het juist zo mooi opgemaakte maandblad. Boos zullen ze wel worden op mijn kritiek bij de uitgever, maar dat kan terzijde gelegd worden, volgende keer zit Alex gelukkig weer aan het roer. Met dit nummer is bij mij vooral een gevoel voor ‘voorjaarsmoeheid’ overgebleven. Snel weer wat anders oppakken. Ook dit stuk is al veel te lang geworden. Tot donderdag bij GEA.

 

1 reactie

  1. Arie van Tilborg op 16 mei 2011 om 14:31

    Peter,

    Ik onderschrijf je analyse en bijbehorende gevoelens volledig. Je wordt er soms een beetje moe van. Bij dit nummer van Graficus krijg je bij vrijwel elke pagina de behoefte te reageren. Maar zodra je dan vervolgens overdenkt wat je precies zou willen zeggen, kun je niet anders concluderen dan dat alles al zo veel maal is gezegd.
    Zo is er zelfs nu nog een drukker die beweert dat het tekort aan personeel toch ook wel de eigen schuld is van het onderwijs. Het onderwijs heeft zich te enthousiast gestort op de nieuwe media (?).
    We mogen blij zijn dàt we de bakens in het onderwijs reeds jaren geleden hebben verzet. Dankzij al die andere opleidingen kunnen we het ons nog steeds permitteren printmedia opleidingen aan te bieden. De vraag is natuurlijk wel hoe lang dat nog zo blijft…
    Het grafisch onderwijs innoveert en heeft de handschoen jaren terug reeds opgepakt. Net als heel veel bedrijven in de creatieve sector waarmee we een uitstekende samenwerking hebben.

    Maar zoals je zegt: “Snel weer wat anders oppakken. Ook dit stuk is al veel te lang geworden.”

    Groet,
    Arie