Over paar jaar lachen we om de media apps van nu

Binnen ons huidige economische systeem houden we krampachtig vast aan bestaande ketens en businessmodellen, want die bieden in deze economisch onzekere tijden nog enige houvast om de geldstroompjes in goede banen te kunnen blijven leiden. Maar uiteindelijk zullen die modellen niet houdbaar blijken zodra de opkomst van nieuwe spelers bestaande ketens aantast.

• Waneer verschijnt de eerste app waarbinnen uitgevers en adverteerders de consument laten kiezen wat zij willen?
• Is doorbraak HTMl5/CSS3 nodig om tablet visie meer in beweging te krijgen?

Links en rechts zie je al nieuwe spelers opduiken, die met nieuwe businessmodellen de media arena betreden. Nog te klein om bedreigend te zijn voor de gevestigde orde, maar wel innovatief genoeg om niet tot hype veroordeeld te kunnen worden. Wanneer je eens rustig de tijd zou nemen om over de werking van bestaande ketens na te denken in relatie tot de technologische ontwikkelingen van vandaag, dan kan je tot geen andere conclusie komen dat zowel commerciële- als technische modellen ingrijpend zullen gaan veranderen.

Ten eerste is het klassiek abonnementen model eindigend. Dat behoort toe aan papier en voelt als bijna onnatuurlijk op een tablet. Nu nog zijn de tablet producten veelal duplicaten van print en gaan voorbij aan de potentie van ‘het nieuwe lezen’ door de consument. Technisch kan het allemaal, maar veel tablet media apps zijn nog behoorlijk traditioneel. Natuurlijk is het vervangen van wat beelden door filmpjes leuk, of wat knoppen om naar ‘elders’ te gaan, of misschien zelfs een advertentie – al dan niet betaald – voorzien van een leuke animatie. Als ik mensen vraag naar innovatieve apps, dan worden meteen FlipBoard en ZITE als voorbeelden genoemd. Veel verder komen we doorgaans niet. Ze zijn er wel, maar vaak te onopvallend en al zeker niet komend van de grote traditionele partijen. ‘Het nieuwe lezen’ vraagt om een totaal nieuwe redactionele aanpak, waarbinnen vooral de ‘niet-lineaire’ consumptie voorop staat, zowel in tijd als in inhoud.

We zoeken naar de verdeelsleutel van media consumptie op verschillende media kanalen. Dat is een ‘learning by doing’ fase, die we nu doormaken. De tablet als ‘second screen’ is een voorbeeld welke in de TV wereld wordt uitgeprobeerd met wisselend succes. Uitgevers zien de tablet niet zozeer als second screen, maar de wijze waarop het als first screen wordt gepositioneerd, is nog allerminst duidelijk. Ook qua businessmodel, zowel naar de consument als naar de adverteerder.

Ik verlies inmiddels mijn aandacht al bij heel veel apps. Ik word door de meeste niet of niet meer verrast, zelfs geen push notificatie voor een nieuw verschenen artikel. De printworkflow en bijbehorende deadlines zijn logische economische keuze om de tablet editie daar zoveel mogelijk parallel aan te laten plaatsvinden. Daardoor houden we min of meer vast aan alle traditionele uitgangspunten. Daarbij kijken we (te) weinig naar de mogelijkheden die tablets juist bieden om de gehele media leesbeleving te kunnen veranderen, zodat er nieuwe toegevoegde waarde gaat ontstaan. Ook voor adverteerders.

Als consument wil ik enerzijds verrast worden door breaking news, maar anderzijds wil ik niet door handenvol apps moeten browsen om onderwerpen van mijn interesse te kunnen consumeren. Eén app voor alles is misschien wel wat veel gevraagd, maar het is wel mijn uitgangspunt om over een paar jaar te kunnen lachen om de massale hoeveelheid apps die we nu hebben. Nee, uitgevers willen samen geen content binnen één app samen aanbieden. Gek genoeg liggen FD en NRC wel bij ondernemend Nederland in print gebroederlijk op tafel. Maar samen in één app willen we (nog) niet aan – en dan bedoel ik niet die appjes met gebundelde RSS feeds van wat titels. En dan op maat kunnen aangeven dat ik interesse heb ik een aantal specifieke onderwerpen. Ja, dan verkoop je als uitgever niet meer je identiteit als titel, maar je verkoopt artikelen op maat. Een flinke ommezwaai, die ook adverteerders zullen maken, als vervolg op het nu zo bevochten massabereik: persoonlijk bereik – dus die commerciële content leveren waarin de consument is geïnteresseerd. Dat zijn in 2011 zoveel gelijktijdige bewegingen, dat kunnen we (nog) niet aan. In mijn onderzoek naar al die bewegingen ervaar ik vooral huivering voor zo een ommezwaai.

Maar ik voorspel dat het uploaden van steeds meer ‘media content apps’ eindigend is. Wie ziet dat anders?

1 reactie

  1. Pieter Kers op 6 september 2011 om 18:36

    Interessante gedachte, die ene media-app. Ik weet niet of die er komt (Zite en Flipboard komen al wel in de buurt) en ik weet ook niet of we het wel moeten willen (ook al ben ik een fervent gebruiker van Zite).

    Het grote verschil tussen Zite en Flipboard, de “innovatieven” aan de ene kant en FD en NRC, de ouderwetsen aan de andere kant is dat de innovatieven werken met gratis content (van anderen bovendien). Hun verdienmodel zit ‘m ook niet in de kwaliteit van de content maar in het netwerk dat ze opbouwen en dat ze via diensten als Twitter en Facebook doen exploderen.

    Voor de ouderwetsen echter moet de (kwaliteits-) content renderen, daar is hun model op gebaseerd. Zij zijn veel meer op zoek naar lezers dan naar netwerk (of zouden dat in ieder geval moeten zijn). Het werkelijke probleem van de ouderwetsen is dan ook niet dat ze niet innoveren, het werkelijke probleem is dat de consument hun content geen waarde toedicht. En dat hebben veel uitgevers aan zichzelf te danken, want al jaren erodeert de waarde van kwaliteitscontent als gevolg van commercialisering in de vorm van advertenties (waardoor de content voor consumenten – te – goedkoop wordt) en een almaar verdergaande afkalving van de kwaliteit (door inkrimpen van redacties e.d.) om de terugloop in omzet te compenseren.

    En geld met content verdienen kan nog altijd, dat wordt door twee kwaliteitsbladen (The New Yorker en The Economist) bewezen. Genoemde bladen zijn verklaard voorstander van diepgaande kwaliteit en het interessante is dat ze beide een succesvolle app (100000+ lezers) hebben die helemaal niet vernieuwend is. Het is papier vertaald naar tablet, maar dan wel heel goed uitgevoerd (neem de proef op de som zou ik zeggen)!

    Voor mij is er een groot verschil tussen de innovatieven en de ouderwetsen, de eerste gebruik ik om koppen te snellen en met contacten te delen, en de tweede lees ik! Het genoemde succes van The New Yorker en The Economist lijkt erop te wijzen dat ik niet de enige ben. De uitdaging voor de ouderwetsen is volgens mij dan ook niet om de innovatieven te beconcurreren, de uitdaging is om een echt goed product te maken en daar de lezers bij te vinden!