Praten over de toekomst van de grafische branche – welke branche?

Erik van den Berg van van den Berg drukkerij uit Maarn nam vandaag het voortouw om een niet al te willekeurig groepje professionals uit te nodigen voor een business lunch in Rhenen, die met elkaar van gedachten zouden wisselen over de toekomst van de grafische branche, maar ja, welke branche?

‘De gemiddelde drukkerij hoeft geen drukkerij te hebben’

bijeenkomstberg.png

Wat gebeurt er als je met papierleverancier BührmannUbbens, Kodak, bedrijfsadviseur Hans Schoolenberg, Henk Jansen van Nefli b.v., communicatie adviseur Peter Zwetsloot en nog twee medewerkers van van den Berg aan tafel zet en begint te praten over het vakgebied grafische industrie.

papier.pngKom je daar dan nog wel uit? Erik had de zaakjes goed voorbereid, en kwam met een reeks vragen, waarover de genodigden van gedachten konden wisselen. Eenvoudig was dat niet, want het eerste dilemma kwam al met de vraag naar de toekomst van traditionele bedrijven in de bedrijfstak. Het woord traditioneel was meteen het struikelblok en verwarde de aanwezigen, juist omdat Erik ook aan BührmannUbbens en Kodak vroeg, waarom zij niet zouden gaan drukken, ze zouden er immers alles voor in huis hebben. Hij maakte het nog gekker door aan beide leveranciers te vragen of zij geen nieuw ‘papier’ ipad-2.pngzoals de iPad zouden willen verkopen. Helderder werd het voor deze twee mannen niet. Henk Jansen van Nefli deed wel een poging door te stellen dat zijn bedrijf het vooral goed doet als integrale aannemer, waarbij zij zich vooral hebben gericht op de verschillende aspecten van de voorkant van het proces, maar dan wel alles op de executie gericht. Dus fotograferen, maar niet de absolute creatie. En die fotografie dan wel gekoppeld aan iemand met naam en faam, want bij de naam Nefli wordt toch nog vaak aan lithografie gedacht, terwijl het bedrijf toch ook al jaren drukwerk verzorgt. Traditioneel wordt kennelijk gekoppeld aan de naam en historie van het bedrijf, terwijl binnen de muren al heel vaak nieuwe dingen worden gedaan. Meerdere keren werd de conslusie getrokken dat de branche slecht is in het vermarkten van eigen innovaties.

geld.jpegDe tweede vraag was erg 1.0, maar daarentegen zo vreselijk actueel, er werd derhalve veel tijd aan besteed: ‘Blijven we zaken doen met bedrijven die op de zwarte lijst staan, of met leveranciers die voor bank spelen?’ Hier kon Hans Schoolenberg zijn verhaal wel in kwijt: ‘Ja, er is een lijst die circuleert – ik ken de lijst – en ja er zijn leveranciers die voor bank spelen – ik ken die leveranciers – en ja, dat doorstarten gaat gewoon door – ik ken ze allemaal.’ Daar kon de rest het dan mee doen. Eindeloos doorpraten over dit fenomeen had geen nut, maar de namen van een paar bedrijven kwamen voorzichtig over tafel, die op zijn minst een discutabele rol hebben gespeeld in recente doorstart procedures. BührmannUbbens en Kodak konden niet veel meer zeggen dan dat ook zij wel weer eens leveren in sommige twijfelachtige situaties, en maar heel zelden keihard nee verkopen.

kvgo.jpegDe derde vraag richtte zich min of meer tegen het KVGO. Erik hield de aanwezigen voor niets aan zijn lidmaatschap te hebben. Hij zegt daar zo een 10.000 euro per jaar voor te betalen. Wat dan, was de centrale vraag. Ik kon het niet laten om te stellen dat dit al een gepasseerd station was, en dat de vele virtuele organisaties die ons land rijk is, die paar drukkers er best bij kan hebben: ‘Ga naar Netwerk023, Het Nederlands MediaNetwerk of Dutch Media Professionals. Kennis, kunde, netwerken, een prachtige mengvorm van media disciplines, alles is er en dat voor weinig geld’. Maar het is voor de gemiddelde drukker wel een cultuuromslag: ‘Je moet er zelf wel wat voor willen doen, want de meeste drukkers leunen ook vaak achterover en denken dan dat het KVGO het allemaal wel even regelt.’
Het nut lid te zijn van het KVGO bracht de aanwezigen ook naar de vraag over het nut van het hebben van een drukkerij. Op een gegeven moment werd de stelling ‘De gemiddelde drukkerij hoeft geen drukkerij te hebben’ neergezet, hetgeen de aanwezigen niet lam legde, maar wel werd opgeroepen tot de kern van de zaak te komen. En die kern is acceptatie van de afname van de grootte van het pure grafische. En dat leken alle aanwezigen domweg te accepteren. Niemand was geschokt, we haalden onze schouders op bij een branche grootte van niet meer dan 700 bedrijven, met misschien 15.000 medewerkers. En ja, voor 700 bedrijven houdt je de Startbaan niet open. Daar waren we al uit.

ansicht.pngHet goede was dat alle aanwezigen zich realiseerden dat het met dit soort 1.0 vraagstukken binnenkort gewoon gebeurd is, maar hoe de overstap naar 2.5 gemaakt zou kunnen worden, werd toch wat lacherig afgedaan met: “Bij wie lunchen we de volgende keer?’

Erik vertelde niet zo heel veel over zijn ‘Ansicht‘ iPhone applicatie, maar duidelijk werd wel dat zijn bedrijf zich in alle mogelijke vormen herpositioneert, met of zonder nieuwe naam, dat doet er niet toe. Dignus Nagelkerke van van den Berg voegde er wel even aan toe, dat het geld voor innovaties voorlopig nog wel uit het gewone drukwerk komt en dat dat gekoesterd moet worden. Of dat laatste zo is, valt te betwijfelen, want koesteren maakt blind, en dat is zeker niet goed.

Groepsfoto: Peter Zwetsloot

1 reactie

  1. Hans Schoolenberg op 28 april 2010 om 21:29

    Het hoopgevende is dat deze mensen proberen visie te ontwikkelen vanuit hun situatie nieuwe wegen te ontdekken. Bedrijven gevestigd in wat jij 1.0 noemt – dat is wel waar hun kapitaal in vastzit. Dat willen ze natuurlijk niet laten verdampen maar gebruiken om achter de horizon (2.5) te kijken. Het is op zich niet zo moeilijk om dat reisdoel te kiezen. 2 dingen die daarbij in ’t oog gehouden dienen te worden:
    . de horizon beweegt met jou mee
    . het einddoel is relavant maar voor dit soort bedrijven is de weg daar naar toe de uitdaging.

    IK vind dit soort initiatieven hoopgevend. Tuurkijk zou alles sneller en makkelijker kunnen , maar dat is voor starters en andere nieuwkomers. Het denken erover en het praten en ontwikkelen in dialoog dat brengt ons verder.

    Overigens vond ik jouw bijdragen inspirerend. And by the way: ik zie me zelf meer als strateeg en conceptontwikkelaar. Vanuit dien hoofde adviseer ik bedrijven.

    tot de volgende bijeenkomst of aan de plas in Velzen 😉